Schildering van David Newbat
Sint Michaëls
Boodschap:
Wat ook komen mag
Wat mij ook het
komende uur, de volgende dagen brengen mag.
Ik kan het als
het mij volledig onbekend is door geen angst veranderen.
Ik wacht het af,
met volledige innerlijke rust, in volmaakte zielenrust.
Door angst en vrees
wordt onze ontwikkeling tegengehouden.
Wij stoten, door
de vlagen van angst terug, wat uit de toekomst in onze ziel opgenomen wil
worden.
De overgave aan
wat men goddelijke wijsheid in de gebeurtenissen noemt,
de zekerheid dat
datgene dat komt komen zal en dat het op de een of andere wijze zijn goede
werking zal hebben.
Het oproepen van
deze stemming, in gevoelens, in woorden, in ideeën , dat is de stemming van het
overgavegebed.
Dat is een van de
dingen die we in deze tijd moeten leren, uit louter vertrouwen te leven:
Zonder
bestaanszekerheid, uit vertrouwen op de immer aanwezig zijnde hulp van de
geest......
Waarlijk anders
gaat het in deze tijd niet, als we de moed niet willen laten zinken, laten we
onze wil voortdurend sterken en proberen haar te wekken Iedere morgen en avond.
RS
Schildering van Raphael
Met de kinderen worden het feest gevierd in dankbaarheid voor de oogst van het seizoen en er worden spelletjes gespeeld waarbij moed en daadkracht beoefend worden. Vliegeren hoort er vaak ook bij.
Meer over deze feest en hoe het gevierd wordt vindt u hier:
http://www.ontwerpt.nu/vo/vsjaarmichael.html
Afbeelding van poskaart Dorothea Schmidt
http://www.regenboogschaap.nl
Liedjes, activiteiten en artikelen rond het feest van Michael en de oogstseizoen vindt u hier:
http://www.doehoek.nl
Joris en de draak: Toneelspel
Een verhaal voor de oudere kinderen of volwassenen
Toen God de Heer de wereld schiep, vormde hij uit de vurige ethersubstantie van de kosmos de zuivere geesten, zijn helpers en boodschappers: de engelen. Temidden van deze namen zeven eerstgeschapenen een bijzondere plaats in, want zij belichaamden de oerbeelden en oerkrachten van de gehele schepping. Deze zeven mochten te allen tijde het onverhulde aangezicht van hun schepper aanschouwen, want zij stonden vanaf het begin in het licht van zijn heerlijkheid.
Schildering van Raphael
Met de kinderen worden het feest gevierd in dankbaarheid voor de oogst van het seizoen en er worden spelletjes gespeeld waarbij moed en daadkracht beoefend worden. Vliegeren hoort er vaak ook bij.
Meer over deze feest en hoe het gevierd wordt vindt u hier:
http://www.ontwerpt.nu/vo/vsjaarmichael.html
Afbeelding van poskaart Dorothea Schmidt
http://www.regenboogschaap.nl
Liedjes, activiteiten en artikelen rond het feest van Michael en de oogstseizoen vindt u hier:
http://www.doehoek.nl
Joris en de draak: Toneelspel
SINT
JORIS EN DE DRAAK
Heel
lang geleden regeerde er een koning over een stad. Vlak voor de poorten van de
stad was een heel groot meer. Daarin woonde een verschrikkelijke draak. Met
zijn giftige adem doodde hij iedereen die in de buurt kwam. Al vele malen
hebben de bewoners van de stad geprobeerd om de draak te overwinnen, maar
steeds had het ondier hen op de vlucht gejaagd. Dan kwam hij tot aan de
stadsmuur en verstikte alles met zijn giftige adem. De bewoners van de stad
waren bang voor de draak en zijn verstikkende adem. Daarom besloten zij om de
draak iedere dag twee schapen te geven.
Maar
na verloop van tijd begonnen de schapen in de stad op te raken. Omdat ze zo
bang waren, besloten zij om voortaan èèn mens en èèn schaap aan de draak te
geven. Geen van de bewoners mocht zich daaraan onttrekken. Steeds weer wees het
lot aan wie de volgende dag aan de draak geofferd zou worden. Zo verstreken
vele maanden. Op zekere dag viel het lot op de koningsdochter. De volgende dag
zou zij buiten de muren aan de oever van de meer moeten wachten. Dan zou het
ondier komen om haar te verslinden.
Maar
de koning werd diep bedroefd. Hij sprak tot het volk: ‘neem al mijn goud en
zilver en neem ook de helft van mij koninkrijk, maar laat mij mijn dochter
behouden.’Toen werd het volk boos en riep:’wij hebben ook onze kinderen
geofferd. Nu is het lot op uw dochter gevallen. Morgen moet zij gaan om door de
draak verslonden te worden.’ En zij dreigden de koning het kasteel met iedereen
die er in was te verbranden. Toen smeekte de koning hu:’ach, laat mij mijn
dochter noch acht dagen behouden. Geef mij tijd om afscheid van mijn zo innig
geliefde kind te nemen.’ En het volk stemde daarin toe.
En
na acht dagen dromde het volk weer voor het koninklijk paleis en eiste de
dochter des konings op, om naar het water voor de stadsmuur te brengen. De
koning begreep dat zijn dochter niet aan haar lot kon ontkomen. Hij kleedde
haar in prachtige kleren, omarmde zijn kind en nam vol droefenis afscheid van
haar.
Koning:
Zie
de duistere wolken trekken,
Hoor
het gieren van de wind.
Bang,
zo bang is nu mijn harte.
Blijf
bij mij, mijn liefste kind.
Prinses:
Vader,
ach, ik moet vertrekken,
Mag
niet blijven aan uw zij.
Donker
is het om mij henen.
Vader,
ach, denk steeds aan mij!
Koning:
O,
dochter, groot is onze smart,
Gebroken
is mijn droevig hart.
Prinses:
Dat
God de Heer U steeds bewaak,
Op
mij wacht nu de boze draak.
Koning:
Gegroet,
O
koningsdochter zoet.
En
het volk begeleidde de prinses tot aan de oever van het meer en trok zich
daarna haastig terug achter de muren van de stad. Terwijl de prinses huilend
aan de oever van de meer zat, kwam er een jonge ridder op zijn paard
aangereden. Zijn naam was Joris.
Zingen:
Ik
trek door de wereld
Met
moed en met kracht.
Bij
al wat ik doe,
Voel
ik Michaels macht.
Hij
schonk mij een paard,
Zo
snel als de wind,
Hij
gaf mij een zwaard,
Als
men schoner niet vindt.
Toen
zag Joris het meisje huilend aan het water.
Sint
Joris:
O,
zie een meisje sta daar ginds,
Zo
droevig is haar wezen.
Prinsesje,
ben je ziek misschien?
Dan
zal ik je genezen.
Prinses:
Neen,
ridder, ‘t is de boze draak,
Die
zal mij straks verslinden!
Sint
Joris:
Een
boze draak? O, zeg me gauw,
Waar
is dat beest te vinden?
Terwijl
ze zo met elkaar spraken, kwam er beweging in het water. Een reusachtige draak
kwam uit de diepte te voorschijn. De prinses beefde van schrik over al haar
leden en riep:
Prinses:
Daar
komt hij, ach, wat moet ik doen?
De
dood staan mij voor ogen.
Toen
de draak uit het water kwam, sprong St. Joris op zijn paard en reed het monster
tegemoet. Er ontstond een geweldige strijd tussen de draak en de moedige
ridder. En na korte tijd overwon Joris de draak en doodde hem.
Daarop
nam Joris de prinses bij de hand en bracht haar de stad binnen naar haar vader
de koning. En Joris de ridder weigerde alle geschenken die hem aangeboden
werden; hij besteeg zijn paard en vertrok om nieuwe daden te verrichten.
Zingen:
Ik
trek door de wereld, met moed en met kracht.
Bij
al wat ik doe, voel ik Michaels macht.
Hij
schonk mij een paard, zo snel als de wind,
Hij
gaf mij een zwaard, als men schoner niet vindt.
Hij
helpe mij spoedig, de draak te verslaan,
O,
Michael kom, wil ter zijde mij staan.
Sint Michael wordt gevierd in de oogsttijd. Het is gebruikelijk om een om een feestelijke tafel met de producten van het seizoen op te stellen. Mais, pompoenen, alle soorten graan, groenten en fruit. En niet te vergeten natuurlijk, de appeltjes.
Leuk is het als de kinderen zelf kunnen helpen bij het oogsten.
Bij dit feest hoort altijd een feestmaal - appelmoes, pompoensoep en niet te vergeten een "drakenbrood"
Sint Michael wordt gevierd in de oogsttijd. Het is gebruikelijk om een om een feestelijke tafel met de producten van het seizoen op te stellen. Mais, pompoenen, alle soorten graan, groenten en fruit. En niet te vergeten natuurlijk, de appeltjes.
Leuk is het als de kinderen zelf kunnen helpen bij het oogsten.
Bij dit feest hoort altijd een feestmaal - appelmoes, pompoensoep en niet te vergeten een "drakenbrood"
Een verhaal voor de oudere kinderen of volwassenen
Toen God de Heer de wereld schiep, vormde hij uit de vurige ethersubstantie van de kosmos de zuivere geesten, zijn helpers en boodschappers: de engelen. Temidden van deze namen zeven eerstgeschapenen een bijzondere plaats in, want zij belichaamden de oerbeelden en oerkrachten van de gehele schepping. Deze zeven mochten te allen tijde het onverhulde aangezicht van hun schepper aanschouwen, want zij stonden vanaf het begin in het licht van zijn heerlijkheid.
Tot leider nu van deze zeven was Samaël benoemd, die ook Satanaël of
Lucifer – dat is ‘lichtdrager – wordt genoemd. De Heer had hem als zijn
speciale geliefde engel uitverkoren. Op de dag dat hij geschapen werd straalde
zijn lichtgestalte in de schijn van veelkleurige juwelen. Een schitterende
kroon tooide zijn hoofd. In deze kroon was op de plaats boven het voorhoofd de
kostbaarste edelsteen ingelegd, die leek op een uit licht gevormde smaragd. En
alles wat door de lichtstralen uit deze steen werd getroffen, straalde helder
en in een goddelijk licht.
Voor de zeven eerstgeschapenen, voor hun leider Samaël en voor alle andere
engelen ontvouwde de Heer nu het grote plan van de aards schepping en hij
verkondigde de geesten van zijn rijk, dat de mens een bijzondere plaats
temidden van alle schepselen zou krijgen. De mens zou naar het beeld en de
gelijkenis van de schepper gevormd worden en de engelen moesten hem dienen.
Maar dit goddelijke plan deed de machtigste van alle engelen, de
lichtbrenger Lucifer, in toorn ontsteken. Hij, de stralende, meende dat God hem
hiermee, ten voordeel van de mensen een groot onrecht had aangedaan. Vanaf dat
moment begon Satanaël aan de wijsheid van God te twijfelen en er ontbrandde
haat in hem tegen het gehele mensengeslacht. Vervuld van afgunst besloot hij de
Heer niet meer te gehoorzamen, en in zijn trots begon hij ook de andere
engelenscharen tot ongehoorzaamheid tegen de Heer op te zetten. En een derde
deel van de engelen volgde hem.
De Heer echter wist wel van de gedachten en listen van de engel die eens
zijn meest geliefde was geweest en hij besloot de trotse met zijn gehele
aanhang uit de hemel te verjagen. En uit de scharen van de engelen die hem
trouw gebleven waren riep hij Michaël en beval hem, met de kracht van het
goddelijk vuur, met het vlammenzwaard, Satanaël – die voortaan alleen nog Satan
zou heten – te verblinden en hem tezamen met de opstandige schare uit de hemel
te jagen. En zo geschiedde het. En terwijl Satan met zijn scharen hals over de
kop de duisternis tegemoet tuimelde, sloeg Michaël met het vlammenzwaard de
stralende steen, de onvolprezen smaragden juweel uit zijn kroon.
Uit deze steen vormde Michaël, die na Gods richtspreuk over Satan en zijn
schare tot opperste engel was benoemd, een wonderlijke, kelkachtige schaal. Dit
prachtige voorwerp werd tot heilige schaal, die ertoe was voorbestemd de
zonnehostie in zich op te nemen. Toen de schaal klaar was, bracht Michaël haar
naar de aarde, die inmiddels voltooid was. Daar werd zij vanaf oertijden in
speciale heiligdommen bewaard. Van heiligdom tot heiligdom werd zij in de loop
van de tijd door de ingewijde verder gereikt en tenslotte kwam zij naar Tyrus,
de stad van de bouwmeester Hiram. En vandaar leidde haar weg naar het
koninkrijk van Saba, waar de koningin van de sterrenwijsheid heerste. Ook daar
werd de schaal een bepaalde tijd behoed. Met de koningin van Saba reisde zij
vervolgens mee naar Jeruzalem, en zo kwam zij in het paleis en de tempel van de
wijze Salomo.
Juist op die plaats werd in de tijd die volgde de komst van de Mensenzoon
voorbereid. Het ‘keerpunt van de tijden’ dat de oude geschriften hadden
voorzegd, naderde. De Zoon van God werd met behulp van de kracht van de
aartsengel Michaël, via het lichaam van de Jonkvrouw Maria op aarde geboren.
Jezus werd door de doop tot Christus, zijn woord en zijn kracht verbreidden
zich door hem en zijn discipelen onder de mensen. En toen de tijd gekomen was
dat Christus en zij volgelingen aan het laatste avondmaal zaten, toen bevond
zich ook de schaal, die Michael van de steen uit Lucifers kroon had gevormd,
onder hen. En daar ging de bestemming van de heilige kelk in vervulling, want
de kracht dic Christus in zijn leerlingen liet indalen, vulde ook de schaal en
was voortaan voelbaar voor ieder die haar op de juiste wijze naderde.
Uit het huis van het avondmaal kwam de kelk vervolgens bij Pilatus, die hem
bewaarde. En toen na het Mysterie van Golgotha Jozef van Arimathea, die ook een
geheime leerling van Jezus was, naar Pilatus ging en hem toestemming vroeg
Jezus’ lichaam van het kruis te mogen nemen, toen gaf Pilatus hem de kostbare
kelk, waardoor zijn bestemming vervuld werd.
Jozef van Arimathea behoedde de kelk trouw, en toen hij van het Oosten naar
het Westen reisde, kwam de schaal als Graalskelk naar de Berg van het Heil, de
Mont Salvat. Daar werd de schaal al het kostbaarste, kracht schenkende
testament van de Zoon van God behoed.
De lichtbrengende heerlijkheid van Lucifer werd zo door Michaëls zwaard en
kracht tot heilige schaal, die Christus met zijn offerkracht vulde. De sporen
van deze graalsstroom doortrekken als een onderaardse rivier onze geschiedenis
tot op de huidige dag.
Martin Sanküler - Michaël,
verhalen en legenden’