woensdag 6 januari 2010

Algemene Informatie

Waarom zijn de feesten zo belangrijk? In de eerste plaats zijn wij een Christelijke instituut, wij vieren daarom de jaarfeesten en zij vormen een belangrijk deel van onze cultuur. Waarom de hele speciale tradities bij onze vieringen? Waarom hoort het ene beeld of lekkernij bij een feest, de andere bij een ander feest? Zoals de meeste dingen bij ons, zijn er uiterlijke aspecten maar ook innerlijke, wezenlijke aspecten waaraan wij onze standpunten ontlenen.

Om terug te komen bij de uiterlijke kenmerken van een feest. Denk eens even terug aan eigen kinderjaren? Wat hoorde bij Kerst? Bij Pasen? Waar beleefde jij het aan? Wat creëerde de specifieke sfeer?

Onze kinderen kunnen niet naar de kalender om te lezen waar wij in het jaar zijn aangekomen. Zij hebben het van hun zintuig indrukken. Dat wat ze zien, wat ze ruiken, wat ze proeven, dat hoort bij een heel specifieke tijd van het jaar. Daar moeten zij hun tijdsbeleving aan verbinden. Iedere feest heeft als het ware zijn eigen karakter, zijn eigen symbolen, geuren en smaken. Daarom is het ook belangrijk dat wij het ene feest goed afsluiten om een nieuw feest in te luiden.

Een al te harde omlijnde kijk op de vieringen leidt op den duur alleen maar dogma’s en uiterlijke smuk. Het is mogelijk om van buiten kennis te nemen wat is “juist”, maar dat kan nooit voldoende zijn. Het moet ook innerlijk gedragen wordt vanuit het wakkere bewustzijn. Het behouden van deze cultuur vraagt om meer dan uiterlijke gebruiken en tradities; het vraagt dat ieder individu zich er zelf mee uiteenzet, er mee worstelt. Men vindt het heden ten dagen heel moeilijk om iets te doen waar men zelf nog niet achter staat. Dat is volkomen terecht. Aan de andere kant is het een onbegonnen taak om iets in stand te houden zonder dat er mensen zijn die het volledig willen dragen.

De bron waar wij uit putten is de geesteswetenschap. De denkbeelden hiervan is tijdloos, het raakt niet ouderwets of achterhaald. Het toont ons de weg om het wezenlijke achter de verschijning te ontdekken. Daar gaat het om. Het is ontstaan uit eeuwige, universele waarheden, niet vanuit gedachtespinsels of aardse logica. Dat is moeilijk verzoenbaar met de hedendaagse intellectuele benadering vanuit logische feitenkennis. Het vraagt een ander soort denken van ons. Dat ontwikkelt men niet snel. Dat neemt nu eenmaal tijd. Het vraagt om inzet, om worsteling en om er tegen aan te gaan - het komt niet gewoon vanzelf tot stand, niet met het vergaren van feitenkennis. Het moet doorwrocht en doorleefd worden.


Tekstkleur

Ankerpunten in ons dagelijks bestaan

De verbindende kracht van rituelenVan oudsher vieren mensen het wisselen van de seizoenen en belangrijke gebeurtenissen in hun leven met feest en ritueel. Door te vieren verheugen mensen zich over bijzondere momenten en eren ze de schoonheid en het mysterie van de natuur. Zonder rituelen glijdt het leven aan ons voorbij. De tijd gaat snel en onze dagelijkse bezigheden slorpen onze aandacht op. Overgangsrituelen en seizoensfeesten zijn ankerpunten. Ze bieden rust in onze dagelijkse wedren. Ze geven ons de tijd om rustig van de ene fase in de andere te glijden. Ze maken ons bewust van wat er eigenlijk gaande is en voorkomen dat we onoplettend aan wezenlijke dingen voorbijgaan.
Rituelen zijn een fascinerend middel om bijzondere gebeurtenissen boven het alledaagse uit te tillen en ons leven intens te proeven, te voelen en te beleven. Met seizoensrituelen vieren we de overgang van het ene naar het andere seizoen. We staan stil bij wat die overgang bij ons teweegbrengt en we delen die ervaring met ons gezin of met de gemeenschap waartoe we behoren. Zo verbinden rituelen ons met elkaar en met de natuur die ons omringt. Rituelen scheppen ook verbondenheid over generaties heen. Symbolen en rituelen erven we van vorige generaties: van onze voorouders of voorgangers. Wat we van hen hebben geleerd, geven we op onze beurt door aan al wie na ons komt. Op die manier zijn we verbonden met verleden en toekomst. In dit gevoel van verbondenheid met vroegere en toekomstige generaties schuilt ook de kracht van de traditie. Traditie is een geschenk van de voorouders. Het is rijk aan de ervaringen, gevoelens en waarden van vorige generaties. Dat maakt tradities sterk en krachtig. Toch is het soms ook nodig om ze te verrijken met een persoonlijke en originele toets.
Alleen zo spreken symbolen en rituelen de taal van ons hart en blijven ze echt leven.
In de antroposofische traditie is het begin van de herfst verbonden met het feest van Michaël. Enerzijds delen we met z’n allen de mythe, de liedjes en gebruiken. Anderzijds
geeft elke groep ook weer een eigen invulling aan dit feest. Zo organiseerde ……, die een antroposofische kunstschool leidt, ooit een vliegerfeest om Michaël te vieren. “Samen met de kinderen maakten we kleurige vliegers die we daarna hebben opgelaten. Vliegeren is
eigenlijk ook een beetje vechten, net zoals Michaël deed, maar dan met de wind.”

Veranderen en helen
Rituelen markeren verandering. Waar we met seizoensfeesten de overgang van het ene naar het andere seizoen vieren, markeren overgangsrituelen, of rites de passages, de overgang van de ene naar de andere levensfase.
Rituelen markeren niet alleen veranderingen; ze zetten verwerkingsprocessen en verandering in gang. Ze helpen ons onze emoties te doorleven en ons aan nieuwe situaties aan te passen. Elke overgang is een breukmoment. Elke overgang gaat over afscheid en begin, over winst en
verlies. Rituelen helen de breuk. Wanneer het herfst wordt, laten we de zomer achter:
zonnige terrasjes, shorts en sandalen, kamperen in het groen. Het is voorbij. Dat kan lastig zijn. De eerste herfst-kilte en de donker wordende dagen kunnen tot buien van depressie en melancholie leiden. Toch heeft elk jaargetijde zijn eigen, unieke charme. Een ritueel dat oog heeft voor wat we achterlaten én voor alles wat er in de plaats komt, helpt ons om opnieuw in harmonie te zijn met de natuur. Herfst is immers ook: paddestoelen in het bos, kleurrijke
landschappen, geurige pompoensoep en de warmte van een knusse trui.

Danken
Het herfstseizoen is een tijd van dankbaarheid. De natuur overstelpt ons met haar gulle gaven, waar we volop van kunnen proeven en genieten. De cirkel van zaaien, groeien en oogsten is rond. De appel valt. In het klokhuis van de appel, omgeven door een vijfvoudige ster, bevinden zich de zaadjes die nieuw leven symboliseren en de appel in verband brengen met vruchtbaarheid. De Kelten associeerden de appel met de Grote Moeder, de drievoudige Godin, die in haar oude, wijze gedaante de appel van onsterfelijkheid aanbiedt. In de Germaanse mythologie is het Vrouw Holle die waakt over het zaad en over de zielen die wachten op een nieuwe incarnatie. Je kan het sprookje van Vrouw Holle lezen als een metaforisch verhaal. Wanneer het meisje haar spoel in de put laat vallen, is haar levensdraad gebroken en komt ze bij Vrouw Holle terecht. In Germaanse mythen is het levenslot van de mens een draad die door de schik-godinnen wordt gesponnen en uiteindelijk ook door hen
wordt doorgeknipt. Bij Vrouw Holle wordt het meisje gevraagd om een handje toe te steken: warme broodjes uit de oven halen, rijpe appeltjes plukken en het kussen van Vrouw Holle opschudden, zodat het op aarde sneeuwt. Allemaal taken die getuigen van een goede samenwerking tussen het meisje en het scheppende beginsel dat Vrouw Holle symboliseert. Zo worden vruchten voortgebracht die ook de aarde ten goede komen zoals brood, appels en de schittering van sneeuwkristallen. Wanneer het meisje haar taken heeft vervuld, krijgt ze haar spoel terug en terwijl ze onder de geboortepoort doorloopt, wordt ze bedolven onder gaven en talenten, in de vorm van stralend goud.Het meisje straalt en schittert, ze leidt een rijk en vruchtbaar leven. Haar luie tegenpool daarentegen is dof en zwart. Haar innerlijk leven is arm en ze brengt vruchten noch rijkdom voort waarin ze anderen kan laten delen. Vrouw Holle is verbonden met de kringloop van het leven, met de schepping die neemt en geeft en ons, als we op ons best zijn, inspireert tot rijkdom en overvloedig delen.

Het wonder
Tegelijkertijd heeft elk van ons ook zijn ‘doffe dagen’. Soms vragen we ons misschien wel af of er alles welbeschouwd in ons leven wel zoveel te danken valt. Het leven kent naast zijn ups ook vele downs. Toch slagen sommige mensen erin ondanks alles een gevoel van dankbaarheid te bewaren. Dankbaarheid lijkt voort te vloeien uit de ervaring van het wonder. Wie ondanks alles het wonder kan blijven zien, voelt dankbaarheid opwellen. Als we het wonder niet meer zien, krijgt alles een doffe, kleurloze vanzelfsprekendheid die ons onverschillig de schouders doet ophalen. Wanneer we ons in deze ‘doffe’ toestand bevinden, stellen we ons meestal maar één vraag: heb ik iets gekregen waar ik dankbaar
voor moet zijn? Of: waarom zou ik dankbaar zijn, ik kreeg toch niet wat ik wilde. Wie het wonder ervaart, stelt zich een andere vraag: wat heb ik te geven? Wat is mijn unieke gave, mijn unieke talent dat ik in mijn leven tot uitdrukking kan brengen? Hoe kan ik mijn eigen stempel drukken op dat wat ik in dit leven doe? Heb ik via mijn talent ook anderen iets te bieden en draagt het bij tot een betere of prettigere samenleving? Maak ik de gaven en talenten die mij geschonken zijn vruchtbaar? En ten slotte, kan ik zelf zo van mijn gave
genieten dat ik er mezelf in verlies en dat ik af en toe helemaal opga in het wonder?
Vragen die inspireren

Terwijl de ene kringloop afloopt, glijden we na de herfstequinox
zachtjes naar het donker toe en naar een nieuwe cyclus, waaruit
nieuw leven en nieuw licht geboren kunnen worden.

In een ‘Vrouw-Holle-ritueel’ kan je aan de hand van het sprookje van Vrouw Holle de balans opmaken van de cyclus die achter je ligt. Welke inspanningen heb je geleverd en welke vruchten kan je plukken? Schenk ook aandacht aan je ‘luie’ alter ego. Wat heb je in deze cyclus laten liggen? Wat heb je nagelaten of waar heb je gefaald? Kan je nog iets doen om het evenwicht te herstellen of neem je je voor om het in een nieuwe cyclus van groei en oogst
anders aan te pakken? Dit ritueel kun je ook goed met kinderen uitvoeren. Zorg dan voor een wateremmer die symbool staat voor Vrouw Holle en de waterput. Gooi zwarte en
goudkleurige stukjes draad in de emmer. Laat de kinderen nadenken over de ‘stralende’ en de ‘doffe’ aspecten van hun leven. Laat ze beutelings een aantal gouden of zwarte draadjes uit de emmer nemen en de leuke of vervelende ervaringen verwoorden die bij de verschillende stukjes ‘levensdraad’ horen. Aan het eind laat je de kinderen de stukjes draad aan elkaar knopen, waardoor een stuk van hun levensweg wordt gesymboliseerd. Ook kan je de draden
van alle kinderen aan elkaar vastknopen en er een cirkel mee maken. We leven immers niet alleen, maar we ontmoeten elkaar en ondergaan daarbij elkaars schittering of elkaars doffe humeur bijvoorbeeld. Leg de cirkel in het midden neer en blijf er omheen zitten of staan. Laat dan een mand met appels rondgaan en laat de kinderen terwijl ze een appel nemen, vertellen waar ze op dit ogenblik dankbaar voor zijn. Sluit het ritueel feestelijk af met broodjes, appelcake of ander herfstig lekkers.

T E K S T : C A R L A R O S S E L S
Carla Rossels is schrijfster van o.a. het boek Natuurrituelen; een innerlijke reis.
Uitg. Houtekiet, Amsterdam, 2004.

Overgenomen uit: SEIZOENER •HERFST 2007



Meer informatie over de Jaarfeesten vindt jij hier:





Geen opmerkingen:

Een reactie posten